Het Boek Ruth deel 2:

Terugkeer na verlies

Overdenking

Een dramatisch moment in het leven van deze schoonmoeder en haar twee schoondochters. Haar twee zonen waren gestorven en zoals het in de traditie in die tijd normaal was, gaan de twee schoondochters nu mee met hun schoonmoeder, Noömi.

Maar hun schoonmoeder laat hen vrij. Zij kunnen terug naar hun familie in Moab. Zij hoeven niet naar een vreemde wereld met een vreemde traditie en een vreemde God. Dat laatste blijkt in het gesprek dat Noömi met haar schoondochters voert wel wezenlijk. “Ga terug naar uw Land en naar uw God. Het is uiteindelijk mijn God, die mij in deze ellende heeft gestort, maar daar hoeven jullie niet onder te lijden.”
Wat een liefde straalt er in dat overgebleven gezinnetje naar elkaar. Het belang van de ander telt veel zwaarder, dan het belang van ieder afzonderlijk. Beide schoondochters stralen beide iets uit van die liefde naar elkaar. De tranen vloeien op een geweldige manier. Het dilemma is duidelijk. Blijf je bij je schoonmoeder en haar God of ga je terug naar je land; je familie en jouw God, waar je nog een toekomst kunt hebben?
De eigenlijke vraag, die hier achter steekt is: wat denk je, wat is de weg, die God met je van plan is te gaan. De weg van trouw aan diegenen, die je zijn toe vertrouwd, of de weg van trouw aan jezelf.
Misschien is Ruth wel een onbegrijpelijke novelle voor ons in deze tijd. Alles draait toch om onszelf. God heeft in deze maatschappij geen rol. Een meerderheid van de Nederlandse bevolking heeft God afgeschaft. Maar Ruth kiest niet voor zichzelf maar voor de opdracht die zij in haar leven heeft aanvaard. “Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God” is haar woord voor Noömi. Onbegrijpelijk tegenwoordig: Ik moet het onderste er voor mijn leven uit zien te halen. Ik moet mijn “bucketlist” waar alles in staat wat ik nog wil doen, helemaal afhaken. En dan wordt dat opeens onmogelijk gemaakt. Door sterfgevallen in de familie zoals in die familie van Noömi of door een virus.
Mensen accepteren het niet. Hun wereld stort in elkaar: geen twee vakanties, geen reis naar Bangkok of Hawaï. Dan worden we boos, op elkaar, op de regering of op God. Het doet er in feite niet toe. Ik wil tot mijn recht kunnen komen. Dat anderen door mijn boosheid gevaar kunnen lopen… ach wat doet dat het er nou toe.
Ruth gaat nog verder: waar u sterft zal ik sterven en daar zal ik begraven worden. Zij legt haar lot volledig in de handen van de God van Noömi. Zij accepteert het bittere lot, dat haar schoonmoeder getroffen heeft. Die heeft al gesproken: “noem mij niet meer Noömi maar noem mij Mara”.
Hier komt een parallel met het volk van Israël, dat Ruth, door met haar schoonmoeder mee te gaan, met zich draagt. Het volk, door de zee heengetrokken, gered uit de handen van de Farao, verlangde door de bitterheid van de reis terug naar Egypte. Orpa ging terug. De vleespotten van Moab trokken haar uiteindelijk terug, terwijl Ruth de andere weg ging.
Was het de weg van de belofte of van de bitterheid? Noömi heeft gekozen, maar wil het haar schoondochter niet aandoen. Wacht hun beiden honger of melk en honing?


Introductie lezing

Voor de drie vrouwen: Noömi, Ruth en Orpa, alle drie weduwe en kinderloos lijkt er geen toekomst meer te zijn en toch moeten ze ieder kiezen: Hoe verder? Hoe verder met hun leven.

De keuze van Ruth is de meest opmerkelijkste. Haar belofte van trouw aan haar familieband met Noömi, een belofte tussen twee vrouwen, een belofte van de schoondochter aan haar schoonmoeder is zo intens, dat deze Bijbeltekst heel vaak in een huwelijksdienst wordt gelezen.
Dit stukje uit het boek Ruth was ook de Bijbeltekst bij het huwelijk van prins Willem Alexander met Maxima.


Lezing

Ruth 1 6-19
Toen Noömi hoorde, daar in Moab, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en dat het weer te eten had, maakte ze zich samen met haar twee schoondochters gereed om Moab te verlaten en terug te keren.

Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had. Maar toen ze eenmaal op de terugweg waren naar Juda, zei Noömi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest.
Moge hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man,’ en ze kuste hen.
Toen barstten zij in tranen uit en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk!’ ‘Ga terug, mijn dochters,’ zei Noömi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan?
Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden?
Ga toch terug, want ik ben te oud voor een man.
Zelfs al zou ik nog hoop koesteren, zelfs al sliep ik vannacht nog met een man en al bracht ik nog zonen ter wereld – zouden jullie dan wachten tot ze groot zijn en je ervan laten weerhouden met een andere man te trouwen?
Nee, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd.’
Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. ‘Kijk, je schoonzuster gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Noömi, ‘ga haar toch achterna!’
Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.
Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden.
De HEER is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden!’ Noömi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan.
Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem.


Liederen

Lied 673:1

Heilige liefdeskracht,
bezoek mijn ziel die smacht,
daal neer, daal in, uw vonk doet mij ontbranden.
Kom Trooster, hartsvriendin,
liefde die wondt en wint,
in U verlies ik mij, stil mijn verlangen.

Lied 787:1

Wijs mij niet af, ik kan je niet verlaten,
en dwing mij niet mijn weg terug te gaan,
ik heb ’t verleden achter me gelaten
en altijd, altijd zal ik naast je staan.

Lied 787:3

Jouw volk is mijn volk, daarbij wil ik wonen,
jouw God is ook mijn wondervolle God.
En waar jij sterft zal ook mijn einde komen;
ten slotte treft ons één en ’t zelfde lot.


Voorbeden

Genadige God
we danken u
dat u met ons mee gaat.

We bidden om uw leiding
bij de keuzes die we in ons leven maken.

God we bidden u voor allen
waarmee we ons verbonden voelen
waar we bereid zijn offers voor te brengen.

God we bidden u voor al die mensen
die trouw en loyaal blijven
ook daar waar het moeilijk wordt
waar het wat kost
schenk hen de kracht hiervoor.

God we bidden u
voed ons met uw liefde
opdat we ook liefdevol
naar anderen toe kunnen zijn.

In Jezus Christus hebben we uw liefde leren kennen.

Amen


Zegen

Zegen mij, God,
de aarde onder mijn voeten.
Zegen mij, God,
de weg waarop ik ga.
Zegen mij, God,
de mensen op mijn pad.
God
zegen mij en mijn leven.

Amen


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:
Ruth-deel-2-Overdenking-12-juli-2020-5e-na-Trinitatis.pdf

De link naar deze video op YouTube:
https://youtu.be/teo7-QyIXAk

De Lutherse gemeente Zuid-Nederland heeft een eigen YouTube-kanaal
waar u meer overdenkingen kunt bekijken:
https://www.youtube.com/channel/UCFdBWisHoL8RQdD_5fqaaGw