Matteüs 13: 47- 50

De gelijkenis van het sleepnet

Deze zondagen in november hebben een eigen karakter. Het zijn de zogenaamde ‘zondagen der voleinding’.
Het zijn de zondagen die gericht zijn op het einde der tijden. In de lezingen voor deze zondagen komen dan zo weerbarstige thema’s als de eindtijd en het laatste oordeel aan de orde.
Allemaal onderwerpen die we liever opzij schuiven. Met het leven hier en nu hebben we al genoeg aan ons hoofd. Moeten we dan nog speculeren over wat er na dit leven ons te wachten staat?

In deze tijd van het jaar ervaar ik telkens opnieuw de waarde van zo iets als het ‘kerkelijk jaar’. Het kerkelijk jaar beschermt de gemeente en de predikant tegen de eigen eenzijdigheid. Als ik zou kunnen kiezen zou ik de eindtijd, de wederkomst en het laatste oordeel meestal links laten liggen. Zo’n kerkelijk jaar is als het ware een leerplan van het geloof. Het kerkelijk jaar zorgt ervoor dat we het in deze tijd hebben over het einde der tijden, het einde van deze wereld en de vragen over wat er achter deze wereld ligt.

Dat brengt ons nu bij de lezing uit Matteüs over het sleepnet. Daar wordt gesproken over de engelen die de kwaadwilligen van de rechtvaardigen gaan scheiden. En de kwaadwilligen zullen vervolgens in de vuuroven worden geworpen en ze zullen jammeren en knarsetanden.

Wat mij bij Jezus spreken over de hemel opvalt is dat hij geen hemelse, maar juist heel aardse beelden gebruikt om dit koninkrijk der hemelen te beschrijven.
In deze gelijkenis gebruikt Jezus het beeld van het sleepnet, waarmee allerlei soorten vis wordt gevangen. Het valt op dat zo uitdrukkelijk genoemd wordt dat allerlei soorten vis – dus allerlei soorten mens – samen in een sleepnet worden gevangen.

Wanneer het sleepnet vol is wordt het op land getrokken. En ook dan worden de vissen niet op soort gesorteerd. In de hemel maakt het écht niet uit of je een haring of een dolfijn bent. In de hemel maakt het niet uit of men Limburger, Brabander, Westerling, Afrikaan of Europeaan is. Wat wel uitmaakt en allesbepalend is, is je houding. Ben je kwaadwillig of rechtvaardig? Dat heeft vergaande gevolgen: hemel of hel. Deze scheiding tussen de goede en de slechte vis daar willen we niet graag aan. Het heeft iets bedreigends. En in zekere zin is dat ook zo want er staat veel op het spel!

Jezus vertelt hier: Uiteindelijk zal er een oordeel komen over je leven! Dat mogen we niet vergeten. God zal ons leven overzien. Dit oordeel moet er zijn want anders zouden de kwaden ongestraft ermee wegkomen … en dat zou nog veel erger zijn!

Moeten we nu bang zijn voor het oordeel?
Een eerste troost is dat die scheiding tussen goed en slecht vindt niet continu en nu plaats, maar pas aan het einde. Hoe kan dat een troost zijn? Het gaat in het oordeel om het totaal, niet om elke aparte handeling die we ooit hebben gedaan of nagelaten in ons leven. Het gaat om een totaalbeeld.

Een tweede troost is dat het in eerste instantie om de houding gaat: ben je kwaadwillig of goedwillig.
Hoe heb je in het leven gestaan. Wat was je houding ten opzichte van God en de medemens. Het gaat niet erom dat je alles in je leven goed moet hebben gedaan dan zou namelijk iedereen door de mand vallen. Er worden geen punten geteld en ook geen plussen tegen minnen weggestreept.

Een derde troost is dat God een genadige en barmhartige God is. Dat betekent dat een ieder die zich naar God toewendt, erop kan vertrouwen dat hij of zij een plek bij God heeft, in zijn hemel. Wie in contact, in goed contact met God leeft kan op Gods genade vertrouwen.
En ook ieder die zich pas op het laatste moment tot God bekeert, zich naar God toekeert – dat kan zelfs nog na dit leven plaatsvinden – mag bij God in de hemel wonen.

Maar wie zelfs dan, aan het einde van zijn of haar bestaan, oog in oog met God nog steeds God afwijst en kwaadwillig blijft, zo iemand kan gewoon niet in de hemel komen, omdat die Gods uitnodigende hand tot het einde toe heeft afgeslagen. Met hen erbij zou de hemel geen hemel meer zijn. Zo iemand zou de vrede, rust en vreugde, in de hemel verstoren omdat hij of zij daar zelf niets mee te maken wil hebben! Zo iemand spreekt zijn eigen oordeel over zijn of haar eigen leven, een leven zonder God, dat kan dan ook niet anders eindigen dan in de grote eenzaamheid. En dat leidt vervolgens tot jammeren en knarsetanden – zo beschrijft Jezus het in deze gelijkenis. Dat is de consequentie

Deze gelijkenis wil ons niet bang maken maar maant ons om Godwillig en goedwillig te zijn. Dan kunnen we erop rekenen dat we met vele andere vissen samen in grote kuipen het koninkrijk der hemelen binnen worden gedragen.

Amen

ds. Susanne Freytag


Lezing

Matteüs 13: 47- 50

Jezus hield hen een andere gelijkenis voor:
Het is met het koninkrijk van de hemel ook, als met een sleepnet dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis werden gevangen. Toen het net vol was, trok men het op de oever en ging men zitten om de goede vis in kuipen te doen; de slechte vis werd weggegooid. Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen eropuit trekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, en ze zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden.


Gebed

God
We danken u
Dat u onze wereld in uw handen houdt
Dat we een thuis hebben bij u
Leer ons hierop vertrouwen
Leer ons leven in verbondenheid met u, God

God we bidden u
Voor allen die hier in dit leven
Leven in een hel
Die vertwijfelen om wat hen overkomt
Om het kwaad dat hen wordt aangedaan
We bidden dat uw gerechtigheid
Mag zegevieren

God we bidden u
Voor onze samenleving
In onzekere tijden
Help ons daarmee te leren omgaan
Help ons te zien wat belangrijk is
Schenk ons de kracht om te volharden

God we bidden u
Voor allen waarmee we verbonden zijn
Maar waar we de nabijheid moeten missen
Help ons wegen te vinden
om elkaars naaste te zijn
in deze tijden

God we bidden om geloof
Dat we mogen ervaren
Dat er meer is dan dit leven alleen
Dat de woorden van u, de liederen en gebeden
Ons dicht bij u, dicht bij de hemel brengen

Amen


Zegenbede

Dat onze handen zich blijven openen
voor God,
voor elkaar,
dat onze voeten
de lieflijke weg van vrede gaan
met elkaar
dat onze tong
de woorden vindt
die helen en vertroosten,
in zorg
om elkaar,
en dat in ons Gods licht niet dooft,
daartoe zegene ons de Eeuwige,
alle dagen van ons leven,
Amen


Collecte

De collecte is bestemd
voor het werk van de eigen kerk.

Uw gift kunt u overmaken naar
NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse Gemeente Zuid-Nederland.
onder vermelding:
Gift ondersteuning kerk

Vergeet de kerk niet
Heel hartelijk dank!


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:
Overdenking 8 november 1e zondag van de voleinding