Openbaring 2: 8–11

Wees trouw tot in de dood, dan zal ik u als lauwerkrans het leven geven

Tijdens de laatste zondagen van het kerkelijk jaar denken we in de kerk vaak na over het einde van deze wereld, over de eeuwigheid en over de zin van de geschiedenis van de mensheid en dat in samenhang met de geschiedenis van ons geloof in het plan, wat God met ons mensen en met onze schepping heeft.

Voor de eerste gemeente, direct na het sterven en de opstanding van Christus was dat een eenvoudig thema: De heerschappij van God zou spoedig aanbreken en daarmee het einde van alle ellende, ziekte, onderdrukking en oorlog. Maar naar mate de jaren en zelfs eeuwen verstrijken wordt dit niet meer zo eenvoudig.

De openbaring van Johannes is een boek, waarin Johannes tracht die vertraging van het aanbreken van Gods heerschappij te begrijpen. Die vertraging was voor hem extra moeilijk omdat hij als vluchteling op het eilandje Patmos de verschikkingen onder het Romeinse gezag aan den lijve ondervond. Hij gebruikt apocalyptische beelden om, verbloemd, zijn situatie te beschrijven en om zijn boodschap aan verschillende Christelijke gemeentes door te geven.

Het belangrijkste thema, dat hij verwoord is zijn overtuiging dat wij uiteindelijk voor de Zoon des mensen als rechter zullen staan en ons moeten verantwoorden. Bij Hem zullen de geesten zich scheiden: Wie volhardt tot het einde zal uiteindelijk de genade beleven. Toch is het geen dreigend oordeel, dat Johannes verkondigt. Hij schetst een beeld van Christus, die aan de deur staat om bij ons binnen te treden en hij schets een nieuw Jeruzalem, dat getooid is als een bruid, als een belofte dus, en hij beloofd, te midden van alle verdrukking en ellende dat God alle tranen van de ogen zal wissen.

Het Christelijk geloof ziet in Jezus Christus de redder van deze wereld. Dietrich Bonhoeffer de Duitse lutherse dominee, die door de nazi’s in het concentratiekamp Flossenburg is vermoord, schreef in deze samenhang, dat iedere Christen in zichzelf de strijd, die Johannes op Patmos ervaart, in zichzelf terug herkent. “In je eigen leven openbaart zich het aanbreken van het einde, in het bijna terugkeren van God, het ervaren van Zijn aanwezigheid in jouw leven is het voorlaatste, dat het laatste verwacht.” (eigen vertaling, Bonhoeffer Ethiek blz. 150) Wij zijn als Christenen nog onderweg. Als vreemdelingen en gasten. Op weg naar een betere plaats, waar wij thuis zullen zijn.

Deze troost wordt ons vandaag extra duidelijk verkondigd in de boodschap van Johannes aan de engel, (de leider?) van Smyrna. Hij neemt de ellende van de bewoners in Smyrna duidelijk onder ogen: Gevangenschap, leugens. Ik vermoed, dat Johannes het over concrete zaken heeft, die hem daar in zijn ballingschap ter ore zijn gekomen. “Jullie zullen het moeilijk krijgen, maar twijfel niet en hou vol (…) ik beloon jullie met het eeuwige leven.

Eigenlijk is het boek Openbaring een en al troost en geen dreigend boek met daarin allemaal dreigende zaken vermeld. Het is een donderpreek met heel veel liefdevolle opmerkingen tussendoor en vooral een doorkijk, een icoon van Gods liefde in deze wereld te midden van ziekte, vervolging, psychische druk en dreiging in de straten. Uiteindelijk uitmondend in een zee van liefde en heerlijkheid, warmte en geluk.

Ds. Willem Boon


Lezing

Openbaring 2: 8–11

Schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna:
“Dit zegt hij die de eerste en de laatste is, die dood was en nu leeft: Ik weet van de ellende en de armoede waarin u verkeert, hoewel u rijk bent. Ik weet hoe u belasterd wordt door mensen die zich Joden noemen en het niet zijn, maar bij Satan horen. Wees niet bang voor wat u nog te wachten staat. Sommigen van u zullen door de duivel in de gevangenis worden gegooid, en zo op de proef worden gesteld; tien dagen lang zult u het zwaar te verduren hebben. Wees trouw tot in de dood, dan zal ik u als lauwerkrans het leven geven.
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal van de tweede dood geen schade ondervinden.”


Voorbeden

Barmhartige God, tot U bidden wij:
voor mensen die twijfelen aan zichzelf en onzeker zijn,
voor allen die maar niet kunnen ontdekken waar ze goed in zijn;
dat in hen zelfvertrouwen en geloof in nieuwe mogelijkheden mogen groeien,
dat zij leren zien hoe waardevol hun inzet is…

voor allen die de komst van uw koninkrijk verwachten en daarnaar uitzien,
voor hen die zich openstellen voor de tekenen die daarop wijzen;
dat zij anderen kunnen bemoedigen in het maken van de goede keuzes
en hen zo mogen inspireren tot de navolging van Jezus Christus…

voor mensen die ziek zijn naar lichaam of geest,
voor hen die bang zijn dat er geen kans op herstel bestaat
en voor hen die moeten leven met de dood voor ogen;
dat zij uitzicht en vertrouwen bewaren…

Barmhartige God, U die ons geschapen hebt, U weet wat in ons leeft.
Hoor ons gebed en waag het met ons
wanneer wij de weg van geloof en vertrouwen gaan.
Zo bidden wij U vandaag en alle dagen die U ons geeft.

Amen.


Zegenbede

Ga dan door deze week, rustig,
Tussen lawaai en haast
En weet, welke vrede de stilte u kan schenken.
In de Naam van God, de Vader, God, de Zoon en
God, de Heilige Geest.

Amen

 


Collecte

De collecte is bestemd
voor het werk van de eigen kerk.

Uw gift kunt u overmaken naar
NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse Gemeente Zuid-Nederland.
onder vermelding:
Gift ondersteuning kerk

Vergeet de kerk niet
Heel hartelijk dank!


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:
Zondagsbrief- Overdenking 15 november 2020 – 2e van de voleinding