Zacharia 8 : 19 – 23

Vastendagen worden Feestdagen

Vandaag lezen we hoe God door zijn profeet Zacharia de mensen moed inspreekt in moeilijke tijden. Hoe God zijn nabijheid schenkt aan alle mensen.

Deze zondag Laetare of halfvasten is de vierde zondag in de Veertigdagentijd, een periode van bezinning in het christendom als voorbereiding op het Paasfeest. Op deze zondag wordt gevierd dat de vastentijd halfweg is en dat het Paasfeest in aantocht is. Vanaf de negende eeuw had deze zondag een feestelijk karakter.


Psalm 122:1

Hoe sprong mijn hart hoog op in mij,
toen men mij zeide: “Gord u aan
om naar des Heren huis te gaan!
Kom ga met ons en doe als wij!
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in,
u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
Jeruzalem, van ver aanschouwd,
wel saamgevoegd en welgebouwd,
o schone stede, die wij groeten.


Na de terugkeer uit de ballingschap is men al jaren bezig met het herbouwen van Jeruzalem en de tempel, maar het schiet niet echt op. Via zijn profeet spreekt God de mensen moed in:

Lezing

Zacharia 8 : 19 – 23

Dit zegt de HEER van de hemelse machten:
De vastendagen in de vierde en de vijfde maand en de vastendagen in de zevende en de tiende maand zullen voor Juda veranderen in blijde feestdagen vol vreugde en vrolijkheid.
Maar let wel: houd de vrede en waarheid in ere!
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Er zullen opnieuw mensen komen uit allerlei landen en steden.
De inwoners van de ene stad zullen naar de volgende stad gaan en zeggen: “Ga met ons mee.
Wij zijn op weg om eer te bewijzen aan de HEER van de hemelse machten en zijn gunst af te smeken.” Grote en machtige volken zullen naar Jeruzalem komen om daar de HEER van de hemelse machten te vereren en zijn gunst af te smeken.
En dit zegt de HEER van de hemelse machten: Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken met verschillende talen een Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.


Overdenking

Halverwege de vastentijd is er een klein vreugdemoment. Deze zondag heet laetare en dat betekent ‘Verheug u’. Verheug u samen met Jeruzalem.

Dat is dan denk ik ook de link naar deze lezing waarin God de mensen in een moeilijke tijd moed in spreekt: ‘de vastendagen zullen veranderen in blijde feestdagen vol vreugde en vrolijkheid.
De vastendagen in Israël dat waren treurdagen, dagen van rouw, zo iets als dodenherdenking of het gedenken van het bombardement op Nijmegen.

En dan is er ook in deze dagen het moment dat het één jaar geleden is dat de samenleving vanwege corona op slot ging.
We zijn dan nu meer dan een jaar gedwongen sociaal te vasten, ons sociale leven tot een minimum te beperken. We hongeren als het ware naar gezelligheid en samen.

En dan klinken er deze woorden van hoop: De vastendagen zullen veranderen in blijde feestdagen vol vrolijkheid en vreugde. Dat belooft God de mensen.
De frustratie om alles wat op dit moment niet kan die zal voorbijgaan. Er komen dagen van vreugde om alles wat weer kan.

Deze belofte volgt wel een kleine vermaning: ‘Maar let wel: houd de vrede en waarheid in ere!’ Let wel vrede en waarheid zijn dus belangrijker dan feestvieren! – vergeet dat niet.

God zegt vervolgens: Ik ben bij jullie! Er zullen opnieuw mensen uit allerlei landen en steden komen; Jeruzalem zal dan weer de plaats zijn die God en de wereld met elkaar verbindt.
Het is een beeld van hoop: Jeruzalem wordt weer de lichtende stad van de zegen en de nabijheid van God.

En dan volgt er een beeld waarin de uitstraling zelfs verder dan Israël reikt. Er zullen tien mannen uit verschillende volkeren die een verschillende taal spreken één Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen en zeggen: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.” Bij die mensen is er dus een verlangen naar Gods nabijheid.

Als christenen denken we bij die éne Joodse man onvermijdelijk aan Jezus Christus. In Hem is God aanwezig, is God nabij. Hij wordt door mensen aangeklampt en mensen willen bij hem horen. Bij het beeld van die mannen die de slip van de mantel grijpen moet ik ook denken aan die vrouw die de mantel van Jezus vastpakt en zo geneest. Dit bij de mantel pakken heeft twee betekenissen. Aan de ene kant is het een vorm van om hulp aanklampen, hulp vragen aan de andere kant is het een verlangen van erbij willen horen.

Wat de profeet namens God de mensen voorhoudt is dat Gods weg met de mensen groter en wijder is dan wij zien, God houdt de mensen voor: vergeet in moeilijke tijden niet dat ik nabij ben. ‘Ik ben er ook nog!’ – zegt God. En Jezus die is de ‘Immanuel’, die ‘God met ons’.

In een tijd waarin we ons afvragen hoe het nu verder gaat. Hoe zal de samenleving, de kerk, hoe zal ons eigen leven zich herstellen? Zegt God: ‘vergeet mij niet, klamp je aan mij vast, ik ben er ook nog!

Wij vergeten regelmatig de nabijheid van God. En dan moeten wij ook ons altijd weer opnieuw vastklampen aan God en dat schenkt vreugde omdat we dan in de nabijheid van God verkeren. En dat stralen we dan weer uit in onze omgeving. God gelooft in ons en als wij daarin geloven verkeren we in Gods nabijheid.

Maar wanneer we somber zijn over de toekomst dan komt God bij ons staan. Wanneer we vervolgens in vertrouwen op God de toekomst in gaan dan zal God ons altijd opnieuw verbazen en verrassen.
Laten we dus nooit denken dat we er alleen voor staan maar dat we deel uitmaken van Gods toekomst.

Amen


Lied 176:1

Om Sions wil zwijg ik niet stil,
maar zal het heil des Heren,
Jeruzalem, met luider stem
lofzingend profeteren;
totdat uw leed gewroken is,
totdat uw licht ontstoken is,
totdat gij straalt in ere.


Voorbede

God, Gij die met ontferming bewogen zijt en ons thuisbrengt bij U. Wij bidden U:

voor allen die in woord en daad getuigen van uw barmhartigheid, voor hen die liefde geven en kracht uitstralen naar mensen om hen heen; dat zij niet vermoeid raken maar geïnspireerd blijven, dat zij U als de bron van hun leven ervaren…

voor allen die een zwaar en moeilijk leven leiden, die onbarmhartig getroffen worden door tegenslag na tegenslag; dat zij de hoop niet verliezen en niet verbitterd raken, dat er altijd liefdevolle mensen om hen heen mogen zijn…

voor allen die bang zijn om voluit te leven, die daarom zichzelf niet kunnen zijn als vrije mensen; dat zij de moed vinden om hun angsten te overwinnen, dat ze mogen ervaren dat anderen naar hen omzien…

voor allen die van liefde en goedheid niet meer weten, voor mensen die moedeloos zijn door wat zij meemaakten; dat zij niet tot cynisme vervallen of in vertwijfeling verzinken, dat zij hoe dan ook uw barmhartigheid mogen ervaren…

God, laat ons in deze veertigdagentijd uw barmhartigheid ondervinden in en door elkaar. Zo bidden wij U uit naam van Jezus, uw Zoon, onze Heer.

Amen


ZEGEN

Zegen deze dag en deze week en al onze dagen,
die wij onderweg zijn naar U.
Hoe smal de wegen ook mogen zijn,
laat ze leiden naar Uw burcht.
Bescherm ons tijdens de stormen op zee
en tijdens onze tocht op ruwe paden,
door een wereld, die ons bedreigend voorkomt.
En als het ons te zwaar wordt,
fluister dan Uw heilige naam in ons oor.
In de naam van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest!
Amen


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:

Zondagsbrief- Overdenking 7 maart 2021 – Oculi

Collecte

De collecte is bestemd voor de ondersteuning van de eigen kerk.
Bij voorbaat hartelijk dank.

Uw gift overmaken naar:
Bankrekening NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse gemeente Zuid-Nederland
Onder vermelding:
Gift voor het Werk van de Kerk


Een goede en gezegende zondag gewenst,
ds. Susanne Freytag en ds. Willem Boon