De benamingen verschillen nog eens zoals ‘maaltijd des Heren’, avondmaal, eucharistie. De omschrijving heilig avondmaal brengt juist de beide kanten van het gebeuren naar voren. Ons aardse handelen aan de tafel is in de viering van het avondmaal onlosmakelijk verbonden met het heilige, hemelse en goddelijke. Daarom heb ik een voorkeur voor de benaming heilig avondmaal. Het kenmerk van het Heilig Avondmaal is, dat het anders als de doop, niet eenmaal, maar steeds weer bediend en gevierd wordt.

Het Heilig Avondmaal is een feest van de goedheid van God, we ontvangen vergeving en bevrijding. Allen worden verzadigd.
God nodigt ons aan zijn tafel uit. Uit eerbied voor God gaan we hiervoor aan het begin staan.

Praefatie (inleiding)

De Heer zij met u – en met uw geest markeert een nieuwe fase in de dienst. Op de drempel naar het ‘mysterie’, het onvatbare begroeten en bevestigen voorganger en gemeente elkaar met de bede om Gods begeleiding op deze weg.
Het ‘Verhef uw harten’ is een heel oud bestanddeel in onze liturgie. Rond 250 na Christus wordt het al genoemd. We worden opgeroepen om ons hart te verheffen naar het hemelse tot we aan de hemelse lofzang deelnemen, een beweging van het hart naar goddelijke sferen.
Vervolgens klinkt de lofprijzing die God de Vader eert. De gemeente is meegevoerd naar de hemelse sferen – bevindt zich voor even in de hemelse nabijheid van God – en zingt samen met de engelen en aartsengelen de lof van zijn heerlijkheid. Dat is wat aan het begin van de viering van het avondmaal gebeurt de aardse liturgie maakt opeens deel uit van de hemelse liturgie. Het is niet iets van boven en beneden, ruimte en tijd worden overstegen. In dit mysterie betreden we de ruimte van het heilige.

Sanctus en Benedictus (heilig en gezegend)

‘Heilig, heilig, heilig …’dat zijn de woorden van de hemelse lofzang zoals we die uit Jesaja 6:3 kennen. Wanneer we dat zingen, zingen we mee met de hemelse lofzang. De eredienst in de kerk is zo met de eredienst van de engelen in de hemel verbonden. Die lofzang voor Gods troon in de hemel gaat verder met ‘Geloofd zij Hij, die komt in de naam van de Heer. Hosianna in den hoge’ (Matteüs 21:9). Met die woorden werd Jezus Christus bejubeld toen hij op een ezel Jeruzalem binnenreed om uiteindelijk zijn leven te offeren. Zo zijn van Gods zijde hemel en aarde onlosmakelijk met elkaar verbonden. Gods komst op aarde plaatst ons in de hemel.

Avondmaalsgebed

In dit gebed gedenken we de Zoon Jezus Christus in wat hij ons geschonken heeft. In dit gebed klinkt ook de aanroeping van de Heilige Geest en beleven we onze verbondenheid met de kerk van alle tijden en alle plaatsen, hemelhoog en wereldwijd. En er klinkt ook de verwachting van het koninkrijk.

Onze Vader

Het Onze Vader spreekt of zingt de hele gemeente. Het Onze Vader hoort met zijn bede om brood en om vergeving vanouds bij de viering van het Heilig Avondmaal. Met deze door Jezus ons geschonken woorden naderen we tot hem als genodigden aan zijn tafel. Het slot van dit gebed ‘Want U is de heerlijkheid …’ is een ‘latere’ toevoeging aan dit gebed die wel al heel oud is. Al in 110 na Christus is dit een ingeburgerde toevoeging aan het Onze Vader. In de lutherse traditie zingen we deze doxologie (lofprijzing).

Inzettingswoorden

De woorden waarmee Jezus ons heeft opgeroepen om het Heilig Avondmaal te vieren en te blijven vieren worden de inzettingswoorden genoemd. Dat zijn de woorden waarmee hij beloofd heeft zichzelf te schenken in brood en wijn. Soms zijn de inzettingswoorden opgenomen in het avondmaalsgebed. Als de inzettingswoorden na het Onze Vader worden gesproken klinken zij als de verkondigende woorden waarmee Christus zelf zich rechtstreeks tot de gemeente richt.
De inzettingswoorden samen met het Onze Vader en de uitdeling van de elementen en de dank aan God zijn de noodzakelijke onderdelen van het avondmaal.

Agnus Dei (Lam Gods)

Het gezongen ‘Christus, o Lam Gods die der wereld zonden draagt’ is een heel oud stukje liturgie. Dit werd op weg naar de tafel gezongen. Het beeld van het lam herinnert aan het offerlam, de zondebok. Omdat Christus voor onze zonden is gestorven hoeft geen mens en ook geen dier meer geofferd te worden. Dit gezang verwijst naar dat het gebroken lichaam en het vergoten bloed van Christus dat ons vrede brengt. De oude thema’s van offer, schuld en verzoening komen hierin aan de orde. Openbaring 4:12 en Johannes 1:29 klinken erin door. In de lutherse diensten is dit door de eeuwen heen een vast bestanddeel van de avondmaalsliturgie.

Pax domini (vredegroet)

Oorspronkelijk groette men elkaar met de vredeskus. De intimiteit is met de tijd afgezwakt naar het geven van de hand. Met de vredegroet maken we duidelijk dat we niet onverschillig naast elkaar in de kerkbank zitten maar ook met elkaar verbonden zijn. De vredegroet op deze plaats in de liturgie is nauw verbonden met het Agnus Dei. De vrede die Christus ons schenkt is de basis voor de onderlinge groet van vrede.

Communio (uitdeling)

In de communio maken we het ons daarin geschonkene lijfelijk eigen. In het ontvangen van brood en wijn ontvangen we, met lichaam en ziel, de gave van Christus. Hij schenkt ons vergeving en levenskracht. Wij hebben door hem deel aan het eeuwige heil. Dit wordt onderstreept door de woorden die bij de uitdeling een ieder persoonlijk toegesproken wordt: ‘Christus lichaam voor u gegeven’ en ‘Christus bloed voor u vergoten’.
De kerkvader Cyrill beschreef al in de vierde eeuw als houding van ontvangst dat de linker hand de troon vormt voor de rechter hand en maakt de hand hol die de koning ontvangt en zeg ‘Amen’ op de ontvangst van de gave.

Musica sub communione (tafelmuziek)

Er klinkt muziek aan de tafel des Heren. Dat kan orgelmuziek zijn, instrumentale muziek, een koor dat zingt of de gemeente die zelf zingt tijdens de uitdeling. Een lange stilte kan gemakkelijk ongemakkelijk worden. Waar men op moet letten muziek kan hier ook overdaad worden. De muziek is hier dienend aan het eigenlijke gebeuren aan tafel; letterlijk tafelmuziek. Echter een stilte, een rustmoment dat voortkomt uit de muziek van de liturgie, een stilte die bevrijdende, aangename rust brengt is ook passend.

Postcommunio (na de uitdeling)

Het dankgebed na de uitdeling wordt in de lutherse traditie ingeleid door de oproep uit psalm 118 ‘Dank de Heer, want Hij is vriendelijk. Want zijn goedheid duurt in eeuwigheid’. De viering van het Heilig Avondmaal wordt besloten met een dankgebed.

ds. Susanne Freytag